Markten en klederdracht

7 oktober 2016 - Antigua Guatemala, Guatemala

24-9 Vanwege de rust bij de eerste minister hebben we 2 nachten op de zelfde plek geslapen. De andere kant van de medaille is dat je steeds dezelfde mensen ziet. Dus ook onze ex-zeiler, die met de gezonken boot. Hij is een beetje vreemd en heeft allerlei (waan)denkbeelden over samenzweringen tegen hem in combinatie met drugskartels en ministers in de USA. Gék worden we van die verhalen en we zijn blij als we wegrijden. Op naar een nieuwe plek, we gaan naar Hopkins. We waren nét in Belize en kwamen Rob en Corry Pronk tegen uit dat plaatsje. Die gaan we even verrassen met een bezoekje. Hopkins ligt aan de Caribische zee dus dat komt mooi uit voor wat verkoeling. Het is een toeristisch dorpje, nu een beetje stil zo buiten het seizoen. Rob en Corry maken van die rust gebruik om hun hotel 'even' te verbouwen. Wij maken een praatje met Corry en duiken even later de zee in. Het is voor een dag wel voldoende en we besluiten de volgende dag weer te vertrekken, ondanks de vriendelijke Rob en Corry.

Als we aan het ontbijt zitten komt de buurman van R &C 'even' langs voor een praatje. Ook een ex- (dit keer een piloot) met de zelfde kwaal als de ander ex, de zeiler. Ook hij hoort zichzelf graag praten. We komen er met moeite vanaf. Nog snel R & C gedag zeggen en we gaan er vandoor, op naar Placencia een ritje van 70 km. Placencia ligt ook aan zee en is wederom een toeristisch gebied. Ook hier buiten het seizoen erg rustig. Koffie onder de ene palmboom en een prima slaapplek onder een andere palmboom. Je hebt ze hier voor het uitzoeken. Heerlijk strand met strandtenten, kleine huisjes en een heerlijke zee. Alweer een luie middag. Helaas is het nog steeds regenseizoen. Niet dat het altijd regent maar wel iedere dag een beetje. Dus het dakluik dat voor verkoeling moet zorgen is te vaak, ook hier, dicht. Gelukkig staat er wel een lekker zeebriesje.

Om 6.30 liggen we alweer in die heerlijke zee te dobberen. Het was te warm en de zee koelt je genoeg af voor een half uurtje, daarna wordt het weer warm. We gaan naar de grens met Guatemala maar die gaan we vandaag niet halen. We stranden in Blackman Eddy bij Monica en André, twee Duitse mensen die een gasthuis hebben, Maya Hill en op dat terrein overlanders verwelkomen. André is een vriendelijke 'prater', blijkt als wij welkom worden geheten. Vijf honden blaffen ons ook een warm welkom toe. Uiteindelijk wordt iedereen rustig, ook de honden en het wordt stil om ons heen, rust. Het koelt een beetje af en dat slaapt geweldig.

27-9 Nog even in Benque Viejo bij de bank de Belize dollars voor US dollars gewisseld. Bij de grens staan altijd van die scharrelaars met pakken papier te wapperen en ik vertrouw ze voor geen meter. Het wordt in iedere reisgids afgeraden. Dus een bank. Twee knulletjes, door de customs van Guatemala aangeduid als Mouse en Donkey, lopen als een gids voor ons uit en wijzen waar wij moeten zijn. Eerst een kopie van de autopapieren maken voor de customs, dat kan hier met US dollars dan een betaling bij de grens voor visa en autotransit met Guatemala geld. Helaas dat bezitten we nog niet. De kopie-meneer brengt mij met zijn auto naar een ATM in het dorp, die helaas mijn kaarten niet herkent (bedankt ING), brengt mij naar een volgende bank waar het wel lukt en de grens gaat na betaling met Quetzals voor ons open. We zijn in Guatemala! Onze tweede besteding met de Quetzal is een heerlijk ijsje, we zijn tenslotte ook twee uur in de warmte bezig geweest om de grens over te steken. Het nationale betaalmiddel is vernoemd naar de vogel met de prachtige groene veren waar de Maya's al gek op waren. Op de veren dus. Na de grens rijden we naar Tikal, ook alweer een Unesco plek. Via de overlanders een prima plek bij de Jaguar Inn gevonden in het nationaal park naast de Maya site. Via het hotel krijgen we stroom tót 21.00uur daarna gaat de generator van het hotel uit en daarmee bijna alle lampen. Via de Maya site krijgen we nog licht maar een half uur later vallen we om en gaat bij ons ook het licht uit.

Om 6uur wakker, de zon schijnt alweer. Fluitende vogels en brullende apen, prachtig. Gisteren deed het internet niet maar nu wel dus even contact met thuis. Na het ontbijtje gaan we wandelen, de jungle in. Tikal ligt midden in de jungle, gelukkig wel met redelijk begaanbare paden. Bergschoenen worden aangeraden. Klimmen en klauteren over stenen en boomwortels en we zijn bijna alleen. Vreemde beesten kruisen ons pad. De tempels zijn weer mooi en we komen na drie uur 'wandelen' vermoeid terug bij de Iveco. Eerst maar een koffie, even uitrusten en de lunch, dan inpakken en we vertrekken naar Flores. Een schiereiland met koloniale bebouwing in een meer. In Santa Elena waar we langskomen doen we de boodschappen en sluiten we een, niet verplichte, autoverzekering af voor Centraal-Amerika. Helaas doet Panama niet mee in deze verzekering, dus dat wordt daar weer zoeken. Dan de brug over naar 'ons' eiland. Een plekje naast de Municipal-hal is, zo lijkt het, perfect. Rustig en aan het water. Duizenden zwaluwen vinden het hier ook geweldig en als 'het licht uitgaat' landen ze hier op van alles en-nog-wat voor een nachtplek. We zijn niet meer alleen. Na ons eten maken we een rondje over het eiland en vinden bij terugkomst een man met een duikbril in het water, die met een lampje aan het speervissen is. Als we met zijn vrienden een praatje maken over zijn 'hobby' begint de muziek op oorlogssterkte in de Municipal-hal. Het wordt feest zeggen de vrienden, tot 2.00uur 's nachts. Dat gaan wij niet meemaken en verkassen naar de oostkant van het eiland en daar heerst een serene rust, nog steeds met uitzicht op het water.

Sommige eilandbewoners zullen wel kleine oogjes hebben maar wij niet. Heerlijk geslapen. We gaan richting Cobán. We snijden een stuk weg af en rijden 20 km 'onverhard'. Op die 'weg' loopt een oud baasje met zijn kleindochter. Het is meer strompelen dan lopen wat die man doet en ik vraag of ze een stuk mee willen, graag! De oude man op de voorstoel gehesen en Ineke achterin met het meisje. Op vragen van mij antwoordde de man alleen maar met “uhhh”. Er kwam geen woord uit. Bij de plek waar hij moest zijn wees hij met zijn hand en ik tilde hem uit de Iveco. Aan zijn gezicht kon ik wel zien dat hij blij was, misschien omdat hij er uit kon? Om 12.30 belanden we in een file. Alles staat stil en ik zeg tegen Ineke “misschien een ongeluk” als op dat moment 2 ambulances voorbij scheuren. Langzaam maar zeker gaan we vooruit en komen er achter dat er geen ongeluk is gebeurd maar is het een veerpont over een rivier die voor de file zorgt. Om 15.00uur zijn we eindelijk aan de overkant en besluiten we daar maar te blijven staan. Cobán gaan we voor donker niet halen en ik rij niet in het donker over deze wegen met zijn gaten en bulten. Er is een plekje in Sayaxché waar we nu zijn 'aangeland' dat geschikt zou zijn voor overlanders. Wij rijden erheen en vinden het niks. Aan de waterkant dan maar, met de veerpont als attractie en de kleine bootjes voor voetgangers en motoren als extraatje. Na 11uur 's avonds is er bijna geen verkeer meer en vaart de pont maar af-en-toe. Wij slapen heerlijk.

30-9 Dwars door het stadje met al zijn marktkraampjes gaan wij op weg naar Cobán. het blijkt een prachtige weg te zijn met jungle, enorme palm plantages en leuke dorpjes. Voor ons leuk, voor de mensen die er wonen is het overleven. Hout sprokkelen wordt door iedereen gedaan, ook door kleine kinderen. Koffie wordt hier ook verbouwd net zoals mais. Koffie wordt op een zeil uitgespreid om te drogen, de mais leggen ze op de weg die eerst wordt aangeveegd. Hard werken voor de mensen hier. Het is vreemd als je van het 'platte land' de stad Cobán binnen komt. Grote winkels én natuurlijk McDonald. Een wereld van verschil. In Cobán komen en wonen veel Maya's en de vrouwen hebben mooie kleding aan en dragen schalen/manden op hun hoofd. In het National Parque Las Victorias vinden we een prima slaapplek. Dit park ligt aan de rand van de stad dus morgen gaan we wandelend de stad in. Het is hier doodstil op vogelgeluidjes na. Tot er een enorme vrachtwagen hout komt lossen. Na een uurtje is de rust weer terug, gelukkig maar.

1-10 Gisteravond hebben we de kaart van Cobán bekeken en zagen dat er een wasserij is, er is een koffieplantage te bezichtigen en we kunnen hier vlakbij water inslaan. Helaas is de wasserij midden in de stad en we besluiten er heen te rijden. Eigenlijk willen wij hier twee dagen blijven stilstaan, toch maar even rijden. De wasserij is er niet meer maar na wat vragen komt er een wasserij uit de hoge hoed bijna náást de camping! Ook de koffieplantage is opgeheven, het gaat weer lekker. Na het waterladen staat de Iveco weer op zijn plekje in het park en wij gaan lopend de stad in, ná de koffie en het maandelijkse knippen en scheren. Het lijkt wel of er overal markt is en niet alleen in het centrum. Waar je ook maar loopt staan er stalletjes met-, of los uitgespreid op de straat, koopwaar. Van groente tot mobile telefoons. Een hapje bij zo'n stalletje smaakt prima. Na zo'n dag wandelen smaakt een koffie frappe, bij een wat luxere tent, heerlijk. Als je er dan ook nog wifi bij geserveerd krijgt kan het niet meer stuk. We ontvangen een stel leuke foto's van de kleinkinderen en een filmpje van een dansende Olaf, geweldig. We halen de was op en zijn net voor de tropische bui van vandaag weer thuis. Onder de veranda zitten we met een biertje samen te genieten van een heerlijke dag.

Om 6uur gaat het vuurwerk weer de lucht in, wakker worden, de zon schijnt. Om 8uur rijden we de poort weer uit. Het eerste stuk weg is tot de koffiestop best goed te rijden, daarna wordt het 1,5uur hobbelen met max. 20Km/u. Gelukkig gaat de weg weer over in asfalt en we rijden door bergdorpjes met weer een andere klederdracht. Helaas is de kwaliteit van het asfalt dermate slecht dat de gemiddelde snelheid laag blijft. Een groep jongetjes en mannen zetten met oranje pylonen de weg af op een plek waar je door alle kuilen erg langzaam moet rijden en proberen mij tot stoppen te dwingen, maar een Iveco laat zich niet stoppen, een beetje extra gas en de pylonen vliegen door de lucht. “Malo”, hoor ik achter mij roepen. Ik vind het niet erg. Op andere plekken staan kinderen met scheppen in de hand en vullen de gaten in de weg als er een auto aan komt maar houden na één keer scheppen hun hand op. Het lijkt meer op bedelen dan te worden betaald voor noeste arbeid. Na vele dorpjes met net zo veel markten komen we uiteindelijk om 17.30 aan in Chichicastenango (3xwoordwaarde) waar we een plekje vinden op een bewaakte parking. De marktkraampjes hier staan op het punt om te worden afgebroken. Je hebt nog ongeveer een uur, zegt de parkeerman. Het is 100 meter verder en weer andere klederdracht. Een hapje op de markt scheelt in de Iveco weer een paar vuile pannen en het smaakte prima. Het was een leuke maar vermoeiende dag, bergritten, gaten, bulten, de halve weg weg, rotsblokken, noem maar op en het was er vandaag. Het zal wel heerlijk slapen op ruim 2000meter, lekker koel.

3-10 Met 16gr. wakker worden, dat hebben lang niet gehad. Zelfs de boiler voor de douche gaat weer aan. Lange tijd hebben we alleen maar koud water nodig gehad. 30 km verder ligt Sololá en dat is ook weer een leuk stadje. We komen in de groot- en kleinhandelsmarkt terecht voor groente en fruit. Grote zakken vol groente worden verkocht en de kopers gaan er weer mee op de markt zitten. Het mooie van dit alles is dat het in weer een andere klederdracht gebeurd. Vrouwen in prachtige gewaden maar ook de mannen laten zich van hun mooiste kant zien. Over hun kleurige broek hebben ze ook nog een soort rokje. Misschien om hun broek te beschermen? Als pronkstuk hebben ze ook nog een prachtig geborduurd hemd aan. De cowboyhoed maakt het geheel af. De Lonely Planet beschreef ze als “Space Cowboys”. We kopen wat groente en fruit, maken wat foto's en drinken een koffie in de koele zon. 'Onder ons' ligt aan het Lago de Atitlán het plaatsje Panachel. Daar vinden we even naast het dorpje voor een zacht prijsje een camping voor twee dagen. Na de lunch breekt het wolkendek. Niet de zon komt weer tevoorschijn maar een enorme plensbui. De Rio Bravo stroomt dwars door de camping, zo lijkt het. Ik ben blij met onze Iveco met zijn waterdichte dak. Morgen gaan we het stadje wel bekijken.

Een kleine 10 min wandelen en je bent in het dorpje Panachel. In het hoogseizoen zal het wel druk zijn. Nu staan veel kraampjes van de souvenirverkopers leeg. Maar die wel open zijn weten jou en de andere verdwaalde toerist wel te vinden. Amigo, hola, good price, hoor je continue. Na een rondgang door het dorpje met zijn vele hotels, waarvan we er een gebruikt hebben voor koffie en internet, gaan we het Lago op. Het is een caldera (een ingestorte vulkaanrand) met een diepte van ruim 300 meter en een oppervlakte van 128km². Snelle taxibootjes varen langs alle dorpjes aan het meer. San Pedro aan de overkant schijnt ook leuk te zijn, dus in de taxi. Na 25 min ben je aan de overkant in een bijna identiek dorpje. Ook leuk met meer winkeltjes en veel koffieshops, voor echte koffie. Na een uurtje weer in de watertaxi naar 'huis'. Onderweg varen we langs vissers die hun eigen 'boot' hebben gebouwd met behulp van een paar planken. Het blijft in ieder geval drijven, denk ik maar, als de taxi langs scheurt en flinke golven maakt. Als we om 3uur bij de Iveco aankomen kunnen we nog net in het zonnetje van een Gallo genieten. Gallo is hét bier van dit land. Daarna komen de eerste druppels en de rest van de dag genieten we van onze autocaravana.

5-10 een ritje van 70km naar Antigua staat op het programma. Een koloniaal stadje waarvan een gedeelte in puin ligt vanwege een aantal aardbevingen vanaf 1773. De route er naar toe gaat door schitterende natuur en leuke dorpjes. De weg zelf is soms goed en soms weer erbarmelijk slecht. Op een zo'n stuk slechte weg ben ik een paar dagen gelen het laatste stuk uitlaat verloren. Dus we gaan eerst naar een garage om wat te knutselen. In een dorpje kopen we 90 liter water bij de waterboer. Het 'drinkwater' uit de kraan is niet veilig genoeg en bij de boer is water goedkoop genoeg om daar in te slaan. Het filter moet de rest maar doen. Nee, wij doen geen uitlaten, zegt Gunter de baas va de garage. Jammer maar er zijn meer werkplaatsen. Morgen even verder kijken. Een slaapplek bij de Turist Police gevonden. Zij beheren een stuk grond en daar kunnen toeristen op kamperen. Geen banjo maar wel bewaking met agenten. Lopend door het stadje zien we ruïnes van kerken en andere gebouwen. Er is ook veel gerestaureerd. Het stadje was voor die aardbevingen de hoofdstad van Guatemala maar na de tweede grote beving is het gouvernement door de Spanjaarden verplaatst naar Guatamala-city die even daarna ook door een beving is getroffen. Nu is het wat bevingen betreft gelukkig rustig in de stad. Als we terug komen van ons bezoek arriveren er nog twee overlanders, uit Californië en Engeland, op de camping. Het wordt een gezellige avond.

6-10 Ook de andere overlanders hebben storingen aan hun auto's en weten een goede Landrover garage in een dorpje vlakbij. Na het ontbijt gaan we gezamenlijk op pad. De garageman, uit Canada, kan mij ook niet helpen en stuurt mij naar een dorpje waar we gisteren doorheen zijn gekomen. Dan maar weer een stukje terug, gelukkig niet ver. Veel uitlaatpijpen maar dunnetjes en ik heb een dikke pijp nodig. Eindelijk vinden we een 'taller' die het wel kan maken. Hij zaagt en last en na drie uur werken hebben we een 'nieuwe' uitlaatpijp, kosten 350Q oftewel €42. Ik denkt dat die pijp het nog wel een half jaartje volhoud maar of de APK het goed vindt weet ik niet. We zien wel. Weer terug bij de Police en nog even de stad verder bekeken. Veel ingestorte gebouwen, meestal kerken, zijn hun dak kwijt, de muren staan er nog en binnen die muren zijn nu hotels, restaurants en zelfs een LTS. Zo ook onze 'camping' van de police is een binnentuin van een voormalig groot gebouw. Ook hier nog muren met openingen van ramen. Leuk gezicht die oude gebouwen met die andere toepassingen. Maar sommige liggen er nog net zo bij als in 1773. Morgen maar weer verder het land in.

Foto’s

5 Reacties

  1. Marijke:
    7 oktober 2016
    Heerlijk gegeten en nou weer een mooi verhaal wat zien jullie veel en wat een mooie foto's hele dikke knuffel vanuit voorburg
  2. Lieke Schonk-van Rooij:
    7 oktober 2016
    Hallo Ineke en Berry,
    Wat zijn de verhalen prachtig. Ik reis in gedachten mee en zie mezelf weer op de markt in Chichicastenango. We reisden van zuid naar noord met 't OV. Jullie reizen de zomer tegemoet. Hier begint de herfst nu toch echt. Wat een schitterende ervaring. Geniet ze. Groetjes Lieke
  3. Cees:
    9 oktober 2016
    Hoi Ineke en Berry,
    We hebben weer genoten van de mooie verhalen en foto's wat een avontuur wij vinden jullie heel dapper.
    Groetjes Cees en Nelleke
  4. Hakima:
    10 oktober 2016
    vol verbazing volg ik jullie bijna niet voor te stellen,
    fijn dat er fotos bij zijn.
    lieve groetjes ik leef mee!!!
    hakima
  5. Agnes Wilken:
    19 oktober 2016
    Wat een bijzondere ervaringen allemaal!
    Liefs
    Agnes